Notre Dame

Mijn vader zaliger heeft één keer – in 1977 – gespeeld op het grande orgue in de Notre Dame: de sortie. Dat is het stuk dat wordt gespeeld als de dienst voorbij is en iedereen weggaat. Het spelen op het grande orgue van de sortie is een hele eer. De Notre Dame heeft een hoofdorganist – en ongetwijfeld een paar bijorganisten – en wie dat op zijn CV heeft staan,  is arrivé in de wereld van de organisten. Alleen het paradijs zelve kan dat nog overtreffen, maar dat is vooral omdat Johann Sebastian Bach daar zit.

Om de sortie te mogen spelen als gastorganist moet er speciaal toestemming gevraagd worden. Aan niemand minder dan de kardinaal, dus kocht mijn moeder een hoed. Ze vond hem langs de Seine, voor slechts een paar francs (appt ze mij zojuist), gelukkig maar want de kardinaal zelf (Aaron Jean-Marie Lustiger) hebben ze uiteindelijk nooit gezien…

Om een lang verhaal kort te maken: mijn vader kreeg de toestemming. Omdat hij als begeleidend organist van een koor naar Parijs was gekomen, was één van zijn leerlingen meegekomen naar Parijs om het koor te begeleiden, zodat mijn vader – mét familie natuurlijk – tegen het einde van de dienst van voorin de Notre Dame – waar het koor zong – naar achteren kon lopen en naar boven klimmen. Dat is bepaald een afstand, en een klim.

U heeft waarschijnlijk wel eens naast een spelend orgel gestaan, vergeet die herinnering als u zich iets wilt voorstellen bij het orgel in de Notre Dame. Dat is geen muziekinstrument, maar een artilleriebatterij. Toen mijn vader begon te spelen, stond ik van bovenaf aan de balustrade de Notre Dame in te kijken. Dat was geen gelukkige plaatskeuze: bij het eerste akkoord had ik het gevoel dat ik over de balustrade heen geblazen werd. De ervaring was zo overdonderend, dat ik spontaan vergat te checken of mijn moeder en broer het ook overleefd hadden.

De hoofdorganist (destijds Pierre Cochereau) bleef terwijl mijn vader speelde, naast hem staan om hem te helpen met registreren (voor de niet ingewijden: dat is het voor de organist aan- en uitzetten van verschillende registers tijdens het spelen. Registers zijn – zeg maar – series pijpen met een overeenkomstige klankkleur die je met elkaar kunt combineren om een bepaald effect te bewerkstelligen. Bij ingewikkelde stukken is de assistentie van één of twee ‘registranten’ heel gebruikelijk, ik heb het ook wel eens voor mijn vader gedaan).

Dat was natuurlijk reuze aardig, maar probeert u zich voor te stellen: één van de allerhoogste oppergoden uit je eigen vakgebied kijkt de hele tijd over je schouder mee, terwijl je voor het eerst – en naar verwachting ook voor het laatst – iets doet waarvan veel van je collega’s alleen maar kunnen dromen. Achteraf vertelde mijn vader dat hij – al een paar maten voor het einde van het stuk – een schouderklopje kreeg van zijn collega: la gloire!

Mijn moeder wist gelukkig nog wat mijn vader daar speelde: de Toccata in Des van de Nederlandse componist Hendrik Andriessen (1892-1981), uit 1917. Van mijn vaders ten minutes and a few seconds of fame is helaas geen opname, dus u moet het doen met deze, op een ander orgel.

Het laatste nieuws is dat het grande orgue de brand heeft overleefd. De vlammen hebben het instrument niet bereikt en er is hoogstens waterschade. Dat zal trouwens wel tot enige restauratiewerkzaamheden nopen, want er zit een heleboel hout in het mechanisme van een orgel. Het grande orgue stamt uit het midden van de negentiende eeuw en is gebouwd door Cavaillié-Coll, een superberoemde Franse orgelbouwer. Er zijn pijpen uit begin achttiende eeuw in verwerkt, van het orgel daarvoor.

Het kleinere koororgel vóórin de kerk, waar mijn vader destijds ook op gespeeld heeft, en in 1990 nog een keer (inclusief sortie), is waarschijnlijk wel verwoest. De speeltafel stond ongeveer waar in het midden van de kerk alle puin naar beneden is gekomen.

Met dank aan mijn moeder, die nog heel wat details van dit verhaal wist.

Dit bericht werd geplaatst in Erfgoed, Mijzelf en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

11 reacties op Notre Dame

  1. Karin zegt:

    Fantastisch verhaal !

  2. Wonne Kroes zegt:

    Moederlief, die rechts naast pa stond, werd door Cocherot aangemoedigd een pedaalknop, onderaan naast het pedaal, in te drukken ergens tegen pakweg de laatste pagina of twee van die Toccata van Andriessen. Dit om de “En-Chamade” registers (dat zijn horizontaal vooraan het orgel hangende tongwerken, dus naar voren tetterende trompetten zeg maar) in te schakelen. Zodra die er bij komen is er zeer zeker sprake van artillerie. Voorts zitten er meen ik ook “hoge-druk registers” in dat orgel. Pa vertelde me achteraf dat hij in zijn ooghoek had gezien dat ik, toen een kleine hummel) op dat moment mijn handen op mijn oren deed. Dat dat hele gebeuren zijn concentratie niet brak was imposant, dacht ik later als musicus. Dat compliment van Cocherot kan ik me ook herinneren. Overigens hoorde ik op NPO4 dat het orgel niet door brand of water is aangetast, maar wel onspeelbaar is door roet, rook, en vuil. Dus ook daar zit nog veel werk in. Maar er gaat natuurlijk toch veel verloren helaas. Van wat ik heb gezien op beelden, lijkt het er op dat de brandweer er in geslaagd is de stenen gewelven onder het brandende dak, te behouden, behalve rondom de spits/toren. Dat is toch wel vakwerk. Ik dacht dat alles er aan zou gaan toen ik beelden vanuit de lucht zag. Dit grijpt je aan, vooral als je zulke persoonlijke herinneringen hebt, en dat geldt natuurlijk voor heel veel mensen die er geweest zijn. Groeten, Wonne Kroes .

  3. FrankB zegt:

    Rick Emerson, Jon Lord en Rick Wakeman waren ongetwijfeld jaloers geworden op je vader. Zie bv. Deep Purple, Speed King, vanaf 0:46 tm 1:31 (de rest vind ik ook mooi, maar is niet zo geschikt voor een pijporgel).

  4. Hans Overduin zegt:

    Je bent iets te pessimistisch.Het hoofdorgel heeft alleen roetschade en het koororgel alleen waterschade. Het laatste instrument staat in het koor en het dakpuin, dat na het afbreken van de vieringtoren (die en passant een stuk gewelf meenam), in de kerk belandde, viel net vóór het koor op de vloer. Reuze leuk stukje trouwens; wij hebben dus beiden vaders die organist waren.

  5. Leni Kroes zegt:

    Notre Dame,
    Mooie herinneringen !
    Het koororgel staat links van het hoofdaltaar bij de koorbanken , dus niet middenin of midden voor het altaar. Door de enorme afmetingen is het koororgel aan het neerstordende brandende dak ontsnapt.
    Verder een hele goede tekst!

  6. jan kroeze zegt:

    Allereerst: leuk stuk! Vrag: hoeveel pijpen heeft dat orgel, ik heb ’t meerdere keren gezien maar me nooit afgevraagd wat het aantal pijpen zou kunnen zijn.

    • Wonne Kroes zegt:

      Ik meen ergens gelezen te hebben dat er 7,000 pijpen in zitten, maar ik kijk dat nog even na. Groet, Wonne Kroes

      • Wonne Kroes zegt:

        https://en.wikipedia.org/wiki/Notre-Dame_de_Paris#Organ
        “The current organ has 115 stops (156 ranks) on five manuals and pedal, and more than 8,000 pipes.”
        De register-lijst die er bij staat is gaaf. Bijvoorbeeld zo’n Quinte ​10 2⁄3′ in het pedaal, dat had ik nog nooit ergens gezien. Maar door het hele orgel zitten allerlei interessante dingen.

Reacties zijn gesloten.